Alerteren, stopregel en arbitrage

Beste leden,

In het Bridgeblad van oktober staat een artikel over een Fietskroegendrive. Daarin staat: ‘Bij bridge gaat het niet alleen om het spel, maar ook om de gezelligheid’. Daaraan zou ik graag toevoegen: ‘Als je bridgen gezellig wilt houden, is het wel nodig om je aan een aantal basisregels te houden’.

Hieronder zet ik ze op een rij.

Bieden

Voor het bieden gebruiken we biddingboxes. Hiervoor gelden de volgende regels:

• De speler legt de stapel biedkaarten voor zich op tafel, de tekst gericht naar het midden van de tafel. De biedkaarten worden van links naar rechts in een rij geplaatst zodat de biedkaarten elkaar gedeeltelijk overlappen, maar wel alle biedingen zichtbaar zijn.
• Een bieding wordt geacht te zijn gedaan zodra de biedkaart uit de biddingbox is gehaald met de kennelijke bedoeling, hiermee een bieding te doen.
• Aarzelen bij het uitnemen van biedkaarten is in strijd met de Spelregels.

 

Alerteren

1. Alerteren is verplicht. Het uitgangspunt is dat je iedere bieding, waarvan je kunt vermoeden dat je tegenstander het niet begrijpt of er waarschijnlijk een andere uitleg aan geeft, moet alerteren.
2. De tegenpartij heeft het recht het alerteren te verbieden. Dit dient bij aanvang van de ronde kenbaar te worden gemaakt. Een paar dat van dit recht gebruikt maakt wordt daardoor niet zelf ontslagen van de plicht te alerteren.
3. De partner van de speler die een te alerteren bieding heeft gedaan moet alerteren door de alertkaart te laten zien. De alerterende speler moet er op letten dat beide tegenstanders dit hebben opgemerkt.

4 Welke biedingen moet je alerteren:

• het 1 klaverbod als dit kan worden gedaan met een 2-kaart;
• Stayman en Jacoby;
• biedingen die iets anders aangeven dan alleen de geboden kleur. Een voorbeeld is de Muiderberg-conventie. 2 harten belooft dan een 5-kaart harten en minimaal een 4-kaart in een van de twee lage kleuren): de hoge kleur is in principe niet alerteerbaar, maar de (absoluut aanwezige) 2e (lage) kleur maakt het bod wel alerteerbaar;
• alle biedingen op 4-hoogte na de eerste biedronde: niet alerteren.

 

Let op:

• biedingen die alleen interesse tonen in de geboden speelsoort (zwak of sterk maakt niet uit) en doublet of redoublet; hoef je niet te alerteren.
• als tegenspeler mag je vragen naar de betekenis van een bod aan de partner van de bieder, als je aan de beurt bent om te bieden of een kaart bij te spelen.

 

Stopregel

Een openingsbod van 2 klaveren of hoger en verder elk sprongbod moeten worden voorafgegaan door een waarschuwing door de stopkaart voor beide tegenstanders zichtbaar op tafel te leggen. Na zo’n bod is de volgende speler verplicht circa 10 seconden te wachten voor hij een bieding doet. Elke bieding binnen deze periode kan als een ongeoorloofde inlichting worden aangemerkt.

 

Arbitrage

Het roepen van arbitrage vinden sommigen lastig. Toch zijn er veel situaties waarin de spelregels voorschrijven dat je een arbiter om een oplossing moet vragen.

Voorbeelden van dit soort situaties, waarin je de arbiter moet vragen de regels uit te leggen, zijn:

• Tijdens het bieden:
• voor de beurt bieden;
• een onvoldoende bod doen;
• het geven van een ongeoorloofde inlichting door wijziging van een bieding.

 

• Tijdens het spelen:
  • voor de beurt uitkomen;
  • een verzaking.

 

• Of bijvoorbeeld als de verkeerde speler zijn kaarten op tafel legt.

Kortom: ook het roepen van de arbiter kan de gezelligheid tijdens het spelen verhogen.

Wellicht ten overvloede: als de 5-minuten bel is gegaan, mag er niet meer aan een nieuw spel worden begonnen.

Als er vragen zijn, kunnen jullie deze altijd stellen aan de Technische Commissie. Zij staan je met plezier te woord. Schroom daarom niet om vragen te stellen.

Veel bridgeplezier!

Met vriendelijke groet,

De TC